Inhoud
Deze kaart bevindt zich in het archief van Domkapittel dat onder nummer 722 is te vinden in het Utrechts Archief. Het inventarisnummer van de kaart binnen dit archief is 915 en de omschrijving luidt: 'Kaart van enige percelen land onder Maarn, ca. 1688. 1 blad.' De maker van de kaart is onbekend. De kaart is van papier geplakt op linnen, ingekleurd en door intensief gebruik nogal versleten.
Op de tiendkaart van Maarn van het Veen van 1751 noteert de maker M de Leeuw bij de zuidwestelijke grens van het Veen:
'Het Gestippelde is alhier aangevuld in opsicht van Nr 9 na een Copia Authenticq van een Kaart van de Meeting in Septemb 1659 gedaan door den Landmeter D: V: Groenov en verder na een Kaart apparentelijk te vooren gemaakt van de Verdeeling der der Landen in deesen begreepen sonder datum en naam des Maakers, welke uijtgenoomen eenige weijnige Vernadering, met'er tijd voorgevallen, mij vrij accuraat is voorgekoomen.'De kaart was in 1659 dus al bekend bij kaartenmaker Groenou en had volgens hem te maken met 'Verdeeling der Landen'!
Bij nadere bestudering blijkt dat er op deze kaart drie gebieden te vinden zijn die in stroken zijn verdeeld, namelijk: de Meent, de Birkt en het Veen. Bestudering van de ontginningsgeschiedenis van Maarn brengt aan het licht dat het hier om laaggelegen moerassige gronden gaat die gemeenschappelijk gebruikt werden. De kaart laat zien hoe deze gronden verdeeld werden onder een aantal toekomstige eigenaren. Linksonder op de kaart zijn drie lijsten te zien die aangeven aan wie welke stroken werden toegewezen. Iedere eigenaar kreeg daarbij van ieder van de drie gebieden een evenredig deel.
Bij de Meent heeft iedere strook een letter, bij de Birkt en het Veen zijn de stroken genummerd. Dit zou kunnen betekenen dat de Meent al (min of meer) verdeeld was en dat de Birkt en het Veen in dezelfde verhouding verdeeld zouden gaan worden.
Het was de bedoeling dat de eigenaars de toegewezen stroken zouden gaan ontginnen. Er zijn namelijk acten bewaard gebleven waarin percelen van deze kaart werden overgedragen. Daaruit blijkt dat de verdeling hoogstwaarschijnlijk in 1646 moet hebben plaatsgevonden. Dit in tegenspraak met het door de inventaris gegeven jaartal. Als je nu Maarn vanuit de lucht bekijkt dan blijkt dat de op deze kaart getekende stroken en percelen vrijwel allemaal nog in het huidige landschap zijn terug te vinden.
Hieronder volgt de transcriptie van de lijst die de verdeling van de Meent aangeeft, inclusief de percelen O, OO en P.
[Aanwijs]inge? van ver? ijders deel in de gemeent van Maren Margen Roeden ha % % A B 10 30 van Jo:r Godin 8,5586 15,63 C 6 18 van Jacob Peters 5,1351 9,37 25,00 D 4 12 van de Dom 3,4234 6,25 E 3 9 van Jo:r van Eden 2,5676 4,69 F 4 12 van Gronsvelt 3,4234 6,25 G 3 9 van Meersberghen 2,5676 4,69 H 2 6 van Elias Verhaer 1,7117 3,12 25,00 I 15 15 van de heer Lommerius 12,7953 23,36 K 1 3 van Jo:r Godin 0,8984 1,64 25,00 L 3 9 van Gerrit Lammerts 2,5676 4,69 M N 13 39 van Evert Lubberts 11,1262 20,31 25,00 ------------------------------------------- --------------------- Gr 64 192 54,7749 100,00 100,00 ------------------------------------------- Nota de delle B groot 1364 roeden en de delle N groot 835 roeden ijder tegen 8 hont in de gemeente gereeckent sijn O is het aandeel van jaspert hermanss partije groot 1730 roeden OO het ander groot 920 roeden Summa 4 margen 250 roeden P is de overgebleven delle voor Evert Lubberts groot 531 roedenDe laatste drie kolommen zijn toegevoegd. De oude oppervlaktemaat is de morgen die uit 6 hont van ieder 100 roeden bestaat. Uitgaande van de Rijnlandse morgen van 8516 m2 is de oppervlakte van ieder perceel omgerekend naar hectaren. In de volgende kolom is uitgerekend welk percentage dit is van het totaal. De laatste kolom laat zien dat de groepen van percelen (A, B, C), (D, E, F, G, H), (I, K) en (L, M, N) ieder precies een kwart van het totaal beslaan.
Aenwijsinge van ijders lot in de Birck Jaspert hermanss in in de Birck gevallen het tweede lot van 16 en bij accoort toegemeeten no.3a. margen Roeden ha % % 1/64 groot 9 245 8,0121 6,25 N:o 1. Elias Verhaer 4 246 3,7556 2,93 3,13 2 2. Jan Jacobs de Jongere 13 138 11,2667 8,79 9,38 6 3. Grontsvelt Erfgen 8 492 7,5111 5,86 6,25 4 4. Evert Lubberts 28 399 24,4111 19,04 20,31 13 5. Jo:r van Eden 6 369 5,6333 4,39 4,69 3 6. den Dom 8 492 7,5111 5,86 6,25 4 7. Jo:r Godin 24 153 20,6556 16,11 17,19 11 8. Meersbergen 6 369 5,6333 4,39 4,69 3 9. Jan Jacobs de ouden 6 369 5,6333 4,39 4,69 3 10. dheer Lommerius 33 45 28,1667 21,97 23,44 15 -------------------------------------- -------------------------- Summa 150 317 128,1899 100,00 100,00 64 --------------------------------------
De laatste vier kolommen zijn toegevoegd. De oude oppervlaktemaat is de morgen die uit 600 roeden bestaat. Uitgaande van de Rijnlandse morgen van 8516 m2 is de oppervlakte van ieder perceel omgerekend naar hectaren. Hierna is het percentage dat iedere participant van het geheel krijgt toegewezen uitgerekend, eerst mét en vervolgens zónder Jaspert Hermanss. De tweede verdeling komt dan bijna exact overeen met die van de Meent, zie ook de tabel bij de verdeling van de het Veen. De laatste kolom geeft de verdeling in 64-sten in plaats van 100-sten oftewel procenten. Dit leidt tot mooie hele getallen. Vooralsnog is het een raadsel waarom dit zo is.
Hieronder volgt de transcriptie van de lijst die de verdeling van het Veen aangeeft alsmede nog de percelen Q, R, S en T.
Jaspert hermans is int veen gevallen het achtste lot van 16 geteeckent ha % % 1/64 n.o.8.a groot 6 91 5,2388 6,25 1. d.heer Lommerius 21 375 18,4159 21,97 23,44 15 2. Grontsvelts Erfgen 5 460 4,9109 5,86 6,25 4 3. Jan Jacobs de Jongen 8 390 7,3663 8,79 9,37 6 4. Jo:r van Eden 4 195 3,6832 4,39 4.69 3 5. Jo:r Godin 15 515 13,5050 16,11 17,19 11 6. Den Dom 5 460 4,9109 5,86 6,25 4 7. Meersbergen 4 195 3,6832 4,39 4,69 3 8. Elias Verhaer 2 520 2,4554 2,93 3,12 2 9. Jan Jacobs de oude 4 195 3,6832 4,39 4,69 3 10. Evert Lubberts 18 445 15,9604 19,04 20,31 13 -------------------------------------- -------------------------- Summa 98 251 83,8131 100,00 100,00 64 Nota de vercogte stuifres[?] sijn groot als volgt Morgen Roeden Q 2 200 R 5 160 S 3 482 T 1 280
In de kolom van de roeden blijkt een optelfout te zitten, er zijn er 10 te weinig. Uitgaande van de verdeling van de Birck blijkt na veel rekenwerk dat het aantal roeden voor Elias Verhaer niet 520 maar 530 moet zijn. Hierbij is bij het omrekenen van de verdeling naar hectaren, percentages en 64-sten rekening gehouden.
De percelen Q, R, S en T zijn verkocht. Het zou misschien over verstoven terreinen kunnen gaan. Deze percelen zijn er nog steeds. Perceel Q bijvoorbeeld herbergt links aan het begin van de Meentsteeg een kleinschalige camping waar tekenen van verstuiving nog heel goed zichtbaar zijn. De percelen R S en T zijn ontgonnen en liggen er nu als akkers bij, maar wel relatief hoog gelegen en met brede hoge wallen en restanten van naaldbos.
In de volgend tabel zijn de verdelingen in percentages van de Meent, de Birck en het Veen naast elkaar gezet, met uitsluiting van het aandeel van Jasper Hermans.
Deelnemer Meent Birk Veen -------------------------------------------- Jo:r Godin 17,27 17,19 17,19 Jacob Peters 9,37 de Dom 6,25 6,25 6,25 Jo:r van Eden 4,69 4,69 4,69 Gronsvelt 6,25 6,25 6,25 Meersberghen 4,69 4,69 4,69 Elias Verhaer 3,12 3,13 3,12 de heer Lommerius 23,36 23,44 23,44 Gerrit Lammerts 4,69 Evert Lubberts 20,31 20,31 20,31 Jan Jacobs de Jongere 9,38 9,37 Jan Jacobs de ouden 4,69 4,69 --------------------------------------------
Het blijkt uit de tabel dat het aandeel van Jacob Peters in de Meent is overgenomen door Jan Jacobs de Jongere in de Birk en het Veen. Het zelfde gebeurde met het aandeel van Gerrit Lammerts dat werd overgenomen door Jan Jacobs den ouden. Er treedt ook een kleine verschuiving op tussen de aandelen van Jo:r Godin en de heer Lommerius. De overeenkomsten zijn te groot om toevallig te zijn, de aandelen in de drie gebieden zijn nagenoeg gelijk.
De deelnemers aan deze kleinschalige ontginning van de gemeenschappelijk gronden van Maarn kunnen voor een deel nader geduid worden.
Van Herman Postema ontving ik via zijn email van 5-9-2013 de volgende aanvullende gegevens over de deelnemers:
Lommerius kom ik niet tegen. Maar daar wordt Lodewijk van Lommits mee bedoeld. Zie acte van 25-7-1621 voor Notaris J. van Ingen AT002 a002 (losse akte bij) folio 213 R
Peter Jacobsz, oud omtrent 30 jaren, en Jan Thijsz, oud omtrent 20 jaren, beide won. Maarn, leggen de volgende verklaring af op verzoek van Lodowyck van Lommits. Omtrent 14 dagen geleden waren zij voorbij die "koije" gekomen die Lodowyck van Lommits. en Evert Lubbertsz. tot Maren hebben doen graven. Zij hebben toen gezien dat verscheidene koebeesten van Thonis Thonis. (wonend tot Maern), op die "koye" gaande waren, en ook dat enige koebeesten op de dijk liepen of op de "brede walle", die rondom die "koye" ligt en omtrent mei j.l. beplant is. Waarvan Lommitsen akte verzocht. Akte ten woonplaatse van Armgert Schade.Gronsveld is waarschijnlijk deze: Gemachtigde van Juffrouwe Geertruijd Verhaer, weduwe en boedelhoudster van zaliger Mr. Johan van Gronsvelt
Getuigen: Jacob Petersz. van Gelder (tekent: Jackop Piethersen) en Jan Rycxz. Proot (tekent: Proet)
(N.B.: de "koye" lijkt, gezien de context, een door sloten, dijkjes en brede houtwallen omgeven stuk land, waar mogelijk een schaaps- of eendenkooi heeft gestaan)
© Cultuurhistorische Commissie Maarn-Maarsbergen 2014